Verkenning effecten duurzame energiedragers

Voor: Provincie Noord-Holland
Uitgevoerd samen met: Royal Haskoning DHV

[Oktober 2022 – Juni 2023]

Naast elektriciteit en warmte zijn duurzame brandstoffen belangrijke energiedragers in de transitie naar een klimaatneutrale samenleving in Noord-Holland. Passend beleid is nodig voor deze brandstoffen. Provincie Noord-Holland had behoefte aan inzicht in de consequenties van inzet van duurzame brandstoffen, mede gezien de aanwezigheid van energie-intensieve industrie, als belangrijke internationale logistieke knooppunten als Schiphol en de Haven van Amsterdam, die ook nog een belangrijke brandstofopslag en bunkerpositie vervult. In een samenwerkingsverband voerden Royal Haskoning en studio gear Up Een verkenning uit die inzichtelijk maakten wat de betekenis en bijdrage van duurzame brandstoffen in het realiseren van de klimaatopgave binnen de Noord-Hollandse context zou kunnen zijn.

CO2-reductie doelstellingen en de rol van duurzame brandstoffen

Duurzame brandstoffen zijn hard nodig om doelen op korte en lange termijn te halen, met alleen duurzame warmte en elektriciteit redden wij het niet. De eerder uitgevoerde CO2-impact-analyse door Berenschot, aangevuld met de analyse van studio Gear Up maakt duidelijk dat de CO2-reductie achterblijft in licht van het landelijke 55% doel. Een gat van 9 Mton in 2030 resteert als ook in Noord-Holland het nationale reductiedoel van 55% wordt gehanteerd. Het vullen van dit gat is mogelijk, maar dit vereist wel meer aandacht voor energiebesparing, CO2 verwijdering uit rookgassen gevolgd door opslag en/of nuttige toepassing (CCS, CCU) en de inzet van hernieuwbare brandstoffen in vooral de duurzame mobiliteit.

De rol van de hernieuwbare brandstoffen laat zich samenvatten als omvangrijk in de mobiliteit en industrie en beperkt in de gebouwde omgeving en agrarische sector. Waar bij de industrie Tata Steel Nederland de drijvende kracht is voor de ontwikkeling van de waterstofeconomie, is de mobiliteit de drijvende kracht voor de ontwikkeling van brandstoffen die samenhangen met de ontwikkeling van de biobased economy. Daarbij gaat het vooral om Schiphol met bio-kerosine en de Amsterdamse haven met vrachtvervoer over water en weg met biodiesel, beide energiedragers worden op termijn aangevuld met synthetische brandstoffen.

Figuur 1. Resultaten van de CO2-impactanalyse door Berenschot. Met het vastgestelde en het huidige beleid zal de provincie 26% minder CO2 uitstoten in 2030 dan in 1990. Om de Fit-for-55 doelstellingen te kunnen halen blijft er een gat over van 9 miljoen ton CO2 (Berenschot, 2022)

Figuur 2. Verkenning van additionele CO2-besparingsmaatregelen en de effecten daarvan op de CO2-uitstoot van de provincie Noord-Holland. Bron: Analyse studio Gear Up op basis van het Energy Transition Model (ETM) van Quintel. CCS, biogas en duurzame mobiliteit bieden de grootste mogelijkheden.

Related

Current POME-based biofuels in EU fall within current production potential 

According to studio Gear Up’s numerical analysis, the current volume of POME-biofuels deployed in the EU are in the range of current production volumes of POME residues. We advise to keep a close look on the future volumes of POME-based biofuels, given the upper limits of production. Strengthening the information position of renewable fuels supply chains with more frequent auditing and historical data of POME-oil production are needed.

Read More

Mobility Monitor 2025

We developed for NOVE an annually recurring Mobility Monitor that provides insights on vehicle fleet volumes development and indicates how the liquid and gaseous fuel demand, as well as the deployment of electricity, in The Netherlands transport sector is expected to grow or decline over time.

Read More
Scroll to Top